Stilte
- inekedebbaut
- 1 aug 2023
- 5 minuten om te lezen
Gisterenmorgen ging ik joggen. Ik vind dat de ideale manier om de dag te beginnen, recht uit bed, longen openzetten en in het ritme komen. Dat ritme dat vaak leidt tot creatieve ideeën en filosofische associaties.
Het pad dat ik loop is, ondanks de nabijheid van het stadscentrum, behoorlijk groen en dat doet goed! Gras, bomen, bramen, water en riet, het nodigt allemaal uit om te genieten van z’n uitbundige aanwezigheid. Eind augustus is nog niet overgeleverd aan de herfstkleuren en het terugtrekken van wat sinds de lente aanwast.
Ik ben reeds op de terugweg wanneer mijn oog valt op de geweven metaalvlakken van een Bekaert afsluiting. Zo eentje in ruitvormen, je weet wel. Het past totaal niet in de natuur en precies daarom verwacht je een soort van steriele properheid. Die verwachting wordt helaas niet ingelost want een weelderige haagwinde is zich driftig aan het weven doorheen en langs de metalen ruiten. Mijn eerste reflex is, zoals aangeleerd, de gedachte dat die er tussenuit getrokken moet en ‘het onkruid’ halt geroepen.
Ineens word ik me echter bewust van iets totaal anders. Niemand heeft hier ingegrepen, geen mensenhand heeft de uitbundige levenskracht van deze krullerige versierder teniet gedaan. Wij mensen waren even stil. En dat is nu net wat er gebeurt als je even stil bent: dan neemt de natuur over. Het gras even niet maaien, het rijst heuphoog. Een maandje niet wieden en een nieuwe soort aanrukkende plantjes gaan je bloemen overwoekeren. De natuur volgt haar wetten… In ongeveegde straten duiken bloemen op, in de voegen van de stenen komen zaadjes tot ontwikkeling en een gemarkeerd afgegraven stuk bouwgrond verdwijnt helemaal onder het groen, als de aannemer op zich laat wachten.
Als wij stilvallen, geven we ruimte aan onze natuur. Aan wat we diep van binnen zijn. Wezens die deel zijn van het levensritme, het ritme van de seizoenen en het ritme van de jaren. Als we ‘het doen’ loslaten, en gewoon even zijn, vertraagt onze ademhaling naar ons menselijk ritme. We ademen mee met de longen van moeder aarde, een beweging heen en weer van binnen naar buiten en omgekeerd. Het is dat ritme dat ons naar de zee roept, met zijn steeds herhalende schuimkoppen, die het zand keer op keer veroveren en bij de terugtocht met zich meesleuren. Dat ritmisch geluid dat we zoeken in een grote schelp, de echo van het komen en gaan. Het is het ritme van de merel die je voor de eerste keer in de lente hoort ‘zingend’ praten met zijn buurman, een gesprek dat voor de herfst uitdooft.
Ik moest denken aan vorig jaar. Toen ik rond middernacht op Kerstavond mijn hond uitliet hoorde ik plots, tot mijn grote verwondering, heel dichtbij een merel fluiten. Midden in de winter… Mijn huid reageerde terstond… Ik kreeg kippenvel, omwille van de verstilde schoonheid van zijn lied, maar ook omdat mijn lijf dit niet verwacht in het ritme van de seizoenen. Midden winter… dan zijn merels stil… En als de merels stil zijn, keert de natuur naar binnen, binnen in de aarde. In de stilte van de winter zit de geboorte van de lente klaar. Het is de stilte tussen de in- en uitademing. Niets dendert maar eindeloos door… Niets, behalve…
En weten het allemaal… Hoe wonderlijk herstelde de natuur zich op kleine en grote schaal in de stilte van de 1e lockdown… Deze gedwongen pauze kwam voor velen op het juiste moment, we waren eraan toe. Opnieuw thuiskomen bij elkaar en bij onszelf. De ‘manmade machine’ viel even stil. En de natuur profiteerde van de zuurstof die vrijkwam. De lucht werd weer blauw, het ongemaaide gras verwelkomde opnieuw de bijtjes, we bakten weer taarten en gingen onze familie opnieuw als hoeksteen van ons bestaan waarderen. Alleen… We waren niet zo vrij als het welig tieren van de natuur in haar ritme. De stilte werd voor vele ervaren als een gevangenis en deed hen verlangen naar de tijden van weleer. Dat alles terug naar zijn ‘normale ritme’ mocht terugkeren, hoorde je steeds vaker weerklinken. Terug naar af?
Ik jogde verder met het besef dat wij de overwoekeraars zijn van deze prachtige planeet. Precies omdat we losgeweekt zijn van haar hartslag en niet meer voelen wanneer het tijd is voor een pauze, een stilstand. Omdat we de koude van de winters niet meer voelen in onze aardig verwarmde huizen, de jaarringen van de bomen niet meer tellen maar ze omhakken, en de kiemen van de zaadjes niet meer zien transformeren tot groente en graan.
Daar hebben we geen tijd voor, want de mensenmolen draait te snel door. Een stilstand wordt achterstand. We zijn buiten adem. En dan zijn we verbaasd dat een virus onze adem komt afsnijden… De dood klopt aan om het leven ruimte te geven. Dood en leven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat sterft en stilvalt, wordt de bodem voor het nieuwe leven. En mijn gedachten gingen terug naar de Kerstnachtmerel. What if? Wat als de Kerstnachtmerel, midden in een lockdown, een (op)roep is vanuit het aardse collectieve om een nieuwe, warme en respectvolle menselijkheid te baren? Een mensheid die bewust is dat het leven haar toevalt en vandaaruit leert zichzelf te respecteren en waarderen? Mankind becomes kindman...
Binnen een paar maanden zal er niets meer te zien zijn van de haagwinde. Die gaat in winterslaap, na eerst zijn bloemen, ranken en bladeren te hebben geofferd aan de aarde. In de stilte van de winter wordt zijn geschenk voedsel voor het nieuwe leven. En de cyclus begint opnieuw. En de ‘Bekaert Fence’ trotseert de winters, ongeschonden, als een zielloos monument…
Thuisgekomen geniet ik met dankbaarheid van het warme water in de douche. Ik ben bevoorrecht. Het water stroomt voorlopig nog onophoudelijk uit de kraan en als ik het vergeet blijft het licht branden. Merci!
Het is niet tegen onze natuur om stil te staan. We hebben het onszelf afgeleerd. We zijn vervreemd van onze bron diep vanbinnen. Die schreeuwt maar de razende ratrace smoort haar in de kiem en verdooft ons. Onze levenslust en zin in het leven zit in de mist onder het stof…
Daarom ga ik dus joggen. Om in mijn ritme te komen, om de diepte van mijn adem te horen en het vreugdevolle bonzen van het bloed in mijn hart te voelen. Dit is echt de beste wijze om wakker te worden. Om wakker te blijven. Het is mijn manier om het leven te eren en voor mijn lijf te zorgen, in het besef dat de dag dat dit voorgoed voorbij zal zijn, nadert. Onomkeerbaar. Ik beweeg mee in de golfslag van het leven, met elke stap. Wetende dat dit ritme de stilte baart van mijn creativiteit. Wie ik ben. En dat ik dit anders nooit had kunnen schrijven… Het ritmisch tikken van de toetsen onder mijn vingers. En nu wordt het stil…
Comments